Pilsener
Pilsener, ook wel pilsner of kortweg pils, is vernoemd naar het Tsjechische plaatsje Plzeň waar het voor het eerst werd gebrouwen door Josef Groll. Pilsener wordt gebrouwen uit mout, water, hop en gist. Soms worden suiker en ongemoute granen, zoals maïs of gerst, toegevoegd. De Warenwet stelt dat: "De aanduiding pils of iedere andere aanduiding waarvan het woord pils een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor lichtgekleurde bieren met een extractgehalte van de stamwort van 11 tot 13,5%".
Toen in de negentiende eeuw in Pilsen de koeltechnologie werd ontwikkeld, en dus ondergistende bieren veel gecontroleerder gebrouwen konden worden, werd het eenvoudig om bier van constante kwaliteit te brouwen. Daarnaast kon de mout veel beheerster worden gedroogd, waardoor deze licht van kleur bleef. Vandaar de licht- tot goudgele kleur van pils. Door het goed controleerbare brouwproces ontstond een bier met geringe smaakafwijkingen, dat gemakkelijk wegdronk. Een belangrijke factor in het succes van pils was de industrialisering van de glasproductie, waardoor drinkglazen voor een groter publiek betaalbaar werden. De heldere pils werd door veel mensen aantrekkelijker gevonden dan de troebele bieren die men kort daarvoor nog uit ondoorzichtige bekers dronk. De populariteit van pils nam enorm toe; bovengistende bieren werden beetje bij beetje van de markt verdrongen.
Het eerste succesvolle pils werd in 1842 gebrouwen en bestaat nog steeds: Pilsner Urquell. De pilsbrouwerijen waren echter afhankelijk van grotten en groeven voor de koeling, zodat het pils niet overal kon worden gebrouwen. In de jaren 70 van de 19e eeuw kwamen koelmachines ter beschikking, zodat het pils ook elders kon worden gebrouwen. De aanwezigheid van koelinstallaties maakte dat een brouwerij sindsdien ook wel als ijsfabriek fungeerde.
Pils in België en Nederland[bewerken]
In Nederland en België is pils het meest gedronken bier. In Nederland bestond in 2004 nog geen 20% van de bierconsumptie uit andere biersoorten, in België ligt dit percentage hoger, rond de 30%.[Bron?] In beide landen verliest de consumptie van pilsener al jarenlang terrein ten voordele van speciaalbieren van hoge gisting. In het verleden was dat juist omgekeerd: in de 19e eeuw werd er in de Lage Landen bijna uitsluitend bier van hoge gisting gedronken, tot het moderne pils de markt veroverde.
In België wordt een glas pilsbier ook wel een pintje genoemd. Belgische pilsglazen zijn het traditionele Belgische geribbelde pintglas, het fluitje of het prinske. In Nederland wordt pils vooral uit fluitjes en vaasjes ("amsterdammertjes") gedronken. In Duitsland en Tsjechië wordt pilsbier vaak in hoge slanke voetglazen geserveerd met een inhoud van 0,5 liter.