Statiegeld: verschil tussen versies

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(13 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Statiegeld, ook wel emballage, staangeld, stageld of consigne genoemd, is een klein bedrag dat wordt geheven bij de aankoop van een product en dat wordt terugbetaald als de koper de verpakking van het product na gebruik weer inlevert.
Statiegeld, ook wel emballage, staangeld, stageld of consigne genoemd, is een klein bedrag dat wordt geheven bij de aankoop van een product en dat wordt terugbetaald als de koper de verpakking van het product na gebruik weer inlevert bij de verkoper.


Bierbrouwers en -bottelaars hebben altijd al problemen gekend met tekorten aan verpakkingsmateriaal. De houten vaten waarin het bier werd vervoerd waren kostbaar. Mensen brachten de vaten niet altijd terug en gebruikten de vaten voor hun eigen voorraad. Bovendien kwam ook het 'lenen' van elkaars vaten onder brouwers nog wel eens voor. In 1795 wordt in de Haerlemsche Courant al gemeld dat de "gezamentlyke bier-brouwers van de stad Geertruidenberg" statiegeld rekenen voor elke ton (fl 2,-), vat (fl 1,-) en 15 stuivers voor ieder heel en half kinnetje. Hetgeen kon worden "verwisseld tegen elk weder inkomend ledig stuk vaatwerk".
== Een oud probleem ==
Bierbrouwers en -bottelaars hebben altijd al problemen gekend met tekorten aan verpakkingsmateriaal. De houten vaten waarin het bier werd vervoerd waren kostbaar. Mensen brachten de vaten niet altijd terug of hielden de vaten voor eigen gebruik. Daarnaast kwam ook het 'lenen' van elkaars vaten onder brouwers nog wel eens voor. Om dit probleem tegen te gaan maakt men al lang gebruik van het systeem van statiegeld. In 1795 wordt in de Haerlemsche Courant al gemeld dat de "gezamentlyke bier-brouwers van de stad Geertruidenberg" statiegeld rekenen voor elke ton (fl 2,-), vat (fl 1,-) en 15 stuivers voor ieder heel en half kinnetje. Hetgeen kon worden "verwisseld tegen elk weder inkomend ledig stuk vaatwerk".


In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Op 14 juli 1942 wordt door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl.
== Statiegeld verplicht ==
[[bestand:Stg1.jpg| thumb| right| Etiket uit 1942 met opdruk statiegeld]]
In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten mijden leveranciers die statiegeld rekenen en gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Echter, gedreven door de schaarste in de oorlogsjaren, wordt pas op 14 juli 1942 door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling ingevoerd die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl, destijds de meest gehanteerde inhoudsmaten.


verder onder constructie.
== Wisselende bedragen ==
Vanwege de hogere kosten voor het maken van flessen beraadde het Horeca-bedrijfschap zich in 1961 op het verhogen van het statiegeld. Daarnaast wilden ze uniformering van de bedragen op flessen en kratten om de administratie te verbeteren. Er ontstaat een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De brouwers maken de veelal financiële afweging tussen hervullen of de aanschaf van nieuwe flessen. De winkeliers en horeca maken bezwaar tegen de logistiek rond flesseninname en de milieubeweging is bezorgd over het (zwerf)afvalprobleem en duurzaam materiaalgebruik. Uiteraard is de discussie veel genuanceerder, maar grofweg zijn dit de belangen. Opvallend in deze discussie is de introductie van de Weggooifles door Oranjeboom in 1964. Deze lichtgewicht fles van 33 cl werd in advertenties aangeprezen met de termen "Hoera! Geen statiegeld!" en "Geen lege sta-in-de-weg" (zie ook [[wegwerpfles]]).


Ondanks bezwaren van de Federatie van Organisaties van Groothandelsbedrijven in Kruidenierswaren en het Centraal Bureau Levensmiddelenbedrijf verhogen de brouwerijen in 1970 het statiegeld met 5 cent. In die tijd hebben de meeste brouwerijen al afscheid genomen van hun 45cl "pullen" en zijn overgestapt op de eurofles van 30cl en 50cl. Deze periode kenmerkt zich doordat op de etiketten het nieuwe statiegelbedrag over het oude bedrag wordt gedrukt.


Vanaf oktober 1994 wordt na overleg tussen het Centraal Brouwerij kantoor en het Centraal Bureau levensmiddelenhandel het statiegeld van flessen, van zowel 30cl als 50cl, vastgesteld op 15 cent. Het statiegeld voor een standaard krat van 24 flesjes wordt fl 8,60 (incl. flesjes). Na invoering van de euro in 2001 moest het bedrag opnieuw worden vastgesteld. Dat werd pas vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Verpakkingsverordening Productschap Dranken  in 2003. Artikel 4 luidt: De statiegelden voor de verpakkingen voor bier zijn de navolgende:


Statiegeld is ooit begonnen als methode van de brouwers om de kosten voor hun verpakkingsmateriaal zo laag mogelijk te houden. Door hergebruik van flessen en vaten werden de kosten gedrukt. Rond 1980 werden de kosten van verpakkingen, zoals glas, echter zo laag, dat hergebruik om die reden niet meer kosteneffectief is. Gebruikt glas wordt inmiddels vooral ingezameld via de glasbak, waarna het tot nieuw glas wordt omgesmolten, in plaats van de oude flessen te reinigen en opnieuw te vullen. Want ook het transport en reinigen van flessen is milieubelastend.
1. A. Flessen
*1. Voor flessen met de inhoudsmaten 25, 30, 33, 35, 45 en 50 cl: € 0,10
*2. In afwijking van het bepaalde onder A. 1 bedraagt het statiegeld voor de 33 cl beugelfles en de 50 cl beugelfles: € 0,25


Statiegeld wordt ook op bierflessen (€ 0,10) en kratten (0,75/€ 1,50 voor halve/hele kratten) geheven. In Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland ook op blikjes.
2. B. Kratten
*1. Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90
Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.
*2. Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: 1,95
Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen weke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 1,95 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.
*3. Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke geheel gevuld zijn met 30 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90
Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde 33 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,25 voor iedere ontbrekende fles.
 
3. C. Fusten
*Voor metalen fusten met een inhoudsmaat tot 15 liter: € 15,-
*Voor metalen fusten met een inhoudsmaat van 15 liter en meer: € 30,-


Methode van inleveren[bewerken]
Vroeger leverde men bijvoorbeeld bij de melkboer zijn lege flessen of krat melk in tegen een volle waarbij de melkboer het statiegeld met elkaar verrekende. Bij de supermarkt diende men zijn lege flessen en kratten aan te bieden bij een loket waarbij de winkelbediende de flessen telde en met de hand een statiegeldbon uitschreef meestal van een blanco kassarol waarop hij het bedrag met pen noteerde met zijn handtekening of paraaf.


Sinds de jaren 80 kwam in supermarkten steeds vaker een flessenautomaat voor waarbij de klanten zelf hun flessen of kratten in het apparaat kunnen zetten waarbij de flessen door het apparaat worden herkend, geteld en via een lopende band gesorteerd worden waarna er automatisch een statiegeldbon wordt afgegeven. Flessen die door de winkel niet worden verkocht worden geweigerd door het apparaat. Nadeel van de flessenautomaat is de storingsgevoeligheid waarbij sommige flessen ten onrechte worden geweigerd. Ook komt het regelmatig voor dat de lopende band vast loopt en het apparaat dan niet meer werkt. De klanten dienen dan op een bel te drukken om een winkelbediende te waarschuwen wat soms lang kan duren omdat de winkelbediende elders in de winkel aan het werk is.
Wetgeving[bewerken]
Flessen- en kratten-innamesysteem in Nederland anno 2011
In Nederland is in 2006 wetgeving [3] aangenomen waarmee een statiegeldverplichting zou gelden op nagenoeg alle (niet-kartonnen) drankverpakkingen. De betreffende artikelen zijn nooit van kracht verklaard, maar zouden gaan gelden als het bedrijfsleven er niet in zou slagen hogere recycling te realiseren en de hoeveelheid zwerfafval terug te dringen. Volgens staatssecretaris Atsma waren die doelstellingen in zicht en kon als beloning het geldende statiegeld op grote plastic flessen juist worden afgeschaft.[4] De Vereniging van Nederlandse Gemeenten reageerde kritisch op dit plan van Atsma.[5]
Discussie statiegeld[bewerken]
Op 7 maart 2012 vond in de Tweede Kamer een Algemeen Overleg plaats over de afvalbrief van Staatssecretaris Atsma. Hierin werd voorgesteld dat statiegeld afgeschaft zou worden. De Kamer is echter nog verdeeld hierover. Zo gaf het CDA aan dat statiegeld pas afgeschaft kan worden als het nieuwe systeem blijkt te werken. Voor nu lijken alleen de PVV en de VVD Atsma te steunen. Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten vindt dat een beslissing over afschaffing pas in 2015 genomen kan worden. Het debat zal op een latere datum worden hervat en ook alle Nederlandse gemeenten dienen nog te stemmen.
Raamovereenkomst[bewerken]
Het verpakkende bedrijfsleven moet voldoen aan alle eisen uit de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. Dit bleek op een diverse punten nog niet het geval. Zo werd PVC aangetroffen in verpakkingsmateriaal in supermarkten (in 101 van de 1324 onderzochte verpakkingen) en dat is niet volgens de eisen van de Raamovereenkomst. Staatssecretaris Mansveld staat daarom afschaffen statiegeld in 2014 nog niet toe.[6] Medio 2015 wordt de voortgang van de afspraken in de Raamovereenkomst opnieuw geëvalueerd.[7]
Zie ook[bewerken]
Onderpand
Bronnen, noten en/of referenties
1.Omhoog ↑ Biscuiterie Jules Destrooper. Oostkamp: Stichting Kunstboek, 2009, p. 74-75.
2.Omhoog ↑ Statiegeld omlaag door euro, de Volkskrant, 8 mei 2001
3.Omhoog ↑ Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, Overheid.nl, 8 september 2011
4.Omhoog ↑ Initiatief tegen afschaffing statiegeld, Innofood, 7 september 2011
5.Omhoog ↑ VNG afschaffen statiegeld voorbardig, VNG Magazine, 9 september 2011
6.Omhoog ↑ PvdA breekt debat statiegeld weer helemaal open Trouw, 12 juni 2014
7.Omhoog ↑ Mansveld staat afschaffen statiegeld nog niet toe Rijsoverheid, Nieuwsbericht, 11 juni 2014


<gallery>
bestand:27487.jpg| [[Phoenix]] gebruikte al staangeld vanaf 1926.


bestand:Stg2.jpg| Etiket uit de jaren 1950-1960 met verschillende bedragen.
bestand:Stg3.jpg| Etiket uit de jaren 1970 het statiegeld wordt aangepast.
bestand:36262.jpg| Onzekerheid over het nieuwe bedrag €0,11 en €0,34.
</gallery>


[[Categorie: Op het etiket]]
[[Categorie: Op het etiket]]

Huidige versie van 21 feb 2016 om 11:09

Statiegeld, ook wel emballage, staangeld, stageld of consigne genoemd, is een klein bedrag dat wordt geheven bij de aankoop van een product en dat wordt terugbetaald als de koper de verpakking van het product na gebruik weer inlevert bij de verkoper.

Een oud probleem

Bierbrouwers en -bottelaars hebben altijd al problemen gekend met tekorten aan verpakkingsmateriaal. De houten vaten waarin het bier werd vervoerd waren kostbaar. Mensen brachten de vaten niet altijd terug of hielden de vaten voor eigen gebruik. Daarnaast kwam ook het 'lenen' van elkaars vaten onder brouwers nog wel eens voor. Om dit probleem tegen te gaan maakt men al lang gebruik van het systeem van statiegeld. In 1795 wordt in de Haerlemsche Courant al gemeld dat de "gezamentlyke bier-brouwers van de stad Geertruidenberg" statiegeld rekenen voor elke ton (fl 2,-), vat (fl 1,-) en 15 stuivers voor ieder heel en half kinnetje. Hetgeen kon worden "verwisseld tegen elk weder inkomend ledig stuk vaatwerk".

Statiegeld verplicht

Etiket uit 1942 met opdruk statiegeld

In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten mijden leveranciers die statiegeld rekenen en gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Echter, gedreven door de schaarste in de oorlogsjaren, wordt pas op 14 juli 1942 door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling ingevoerd die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl, destijds de meest gehanteerde inhoudsmaten.

Wisselende bedragen

Vanwege de hogere kosten voor het maken van flessen beraadde het Horeca-bedrijfschap zich in 1961 op het verhogen van het statiegeld. Daarnaast wilden ze uniformering van de bedragen op flessen en kratten om de administratie te verbeteren. Er ontstaat een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De brouwers maken de veelal financiële afweging tussen hervullen of de aanschaf van nieuwe flessen. De winkeliers en horeca maken bezwaar tegen de logistiek rond flesseninname en de milieubeweging is bezorgd over het (zwerf)afvalprobleem en duurzaam materiaalgebruik. Uiteraard is de discussie veel genuanceerder, maar grofweg zijn dit de belangen. Opvallend in deze discussie is de introductie van de Weggooifles door Oranjeboom in 1964. Deze lichtgewicht fles van 33 cl werd in advertenties aangeprezen met de termen "Hoera! Geen statiegeld!" en "Geen lege sta-in-de-weg" (zie ook wegwerpfles).

Ondanks bezwaren van de Federatie van Organisaties van Groothandelsbedrijven in Kruidenierswaren en het Centraal Bureau Levensmiddelenbedrijf verhogen de brouwerijen in 1970 het statiegeld met 5 cent. In die tijd hebben de meeste brouwerijen al afscheid genomen van hun 45cl "pullen" en zijn overgestapt op de eurofles van 30cl en 50cl. Deze periode kenmerkt zich doordat op de etiketten het nieuwe statiegelbedrag over het oude bedrag wordt gedrukt.

Vanaf oktober 1994 wordt na overleg tussen het Centraal Brouwerij kantoor en het Centraal Bureau levensmiddelenhandel het statiegeld van flessen, van zowel 30cl als 50cl, vastgesteld op 15 cent. Het statiegeld voor een standaard krat van 24 flesjes wordt fl 8,60 (incl. flesjes). Na invoering van de euro in 2001 moest het bedrag opnieuw worden vastgesteld. Dat werd pas vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Verpakkingsverordening Productschap Dranken in 2003. Artikel 4 luidt: De statiegelden voor de verpakkingen voor bier zijn de navolgende:

1. A. Flessen

  • 1. Voor flessen met de inhoudsmaten 25, 30, 33, 35, 45 en 50 cl: € 0,10
  • 2. In afwijking van het bepaalde onder A. 1 bedraagt het statiegeld voor de 33 cl beugelfles en de 50 cl beugelfles: € 0,25

2. B. Kratten

  • 1. Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90

Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.

  • 2. Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 1,95

Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen weke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 1,95 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.

  • 3. Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke geheel gevuld zijn met 30 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90

Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde 33 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,25 voor iedere ontbrekende fles.

3. C. Fusten

  • Voor metalen fusten met een inhoudsmaat tot 15 liter: € 15,-
  • Voor metalen fusten met een inhoudsmaat van 15 liter en meer: € 30,-