Pilsener: verschil tussen versies

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(12 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Pilsener, ook wel pilsner of kortweg pils, is vernoemd naar het Tsjechische plaatsje Plzeň waar het voor het eerst werd gebrouwen door  [[Josef Groll]]. Pilsener wordt gebrouwen uit mout, water, hop en gist. Soms worden suiker en ongemoute granen, zoals maïs of gerst, toegevoegd. De Warenwet stelt dat: "De aanduiding pils of iedere andere aanduiding waarvan het woord pils een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor lichtgekleurde bieren met een extractgehalte van de stamwort van 11 tot 13,5%".
[[bestand: 22031.jpg | thumb| right| De Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij heeft waarschijnlijk het eerste Nederlandse pilsener gebrouwen]]
Pilsener, ook wel pilsner of kortweg pils, is vernoemd naar het Tsjechische plaatsje Plzeň waar het voor het eerst werd gebrouwen door  [[Josef Groll]]. Het eerste succesvolle pils werd in 1842 gebrouwen en bestaat nog steeds, namelijk het Pilsner Urquell. Pilsener wordt gebrouwen uit mout, water, hop en gist. Soms worden suiker en ongemoute granen, zoals maïs of gerst, toegevoegd. De Warenwet stelt dat: "De aanduiding pils of iedere andere aanduiding waarvan het woord pils een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor lichtgekleurde bieren met een extractgehalte van de stamwort van 11 tot 13,5%".


Pilsener is een ondergistend bier, dat wil zeggen dat de vergisting onder lage temperaturen (5-10 graden Celsius) plaatsvindt. Hierdoor zakt de gist naar de bodem. Deze brouwtechniek kon pas goed gecontroleerd worden uitgevoerd na de uitvinding van de koelmachine halverwege de 19e eeuw. Bovendien kon de mout veel beheerster worden gedroogd, waardoor deze licht van kleur bleef. Vandaar de licht- tot goudgele kleur van pils. Dankzij deze ontwikkelingen werd het ook voor de Nederlandse brouwerijen mogelijk om het populaire pilsener te brouwen. Rond 1870 begon de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij als eerste met de verkoop van in Nederland gebrouwen Beijersche (ondergistende) bieren. Veel van de huidige pilsbrouwerijen zoals Heineken, Grolsch (De Klok), Alfa en Lindeboom zijn rond deze periode ontstaan. Overigens speelde ook de fiscus een rol in deze ontwikkeling. Vanaf 1867 konden brouwers ervoor kiezen om de bieraccijns niet alleen meer te laten afhangen van de inhoud van hun roerkuip, maar ook van de hoeveelheid moutmeel per brouwsel. Het pilsener bevatte meer moutmeel dan de tot dan toe gebruikelijke bieren. De accijnsverandering was dus een stimulans om meer "zwaar bier" te brouwen.
[[bestand: 17656.jpg | thumb| left| Heineken Pilsener is wereldwijd het meest gedronken Nederlandse pilsener]]


Toen in de negentiende eeuw in Pilsen de koeltechnologie werd ontwikkeld, en dus ondergistende bieren veel gecontroleerder gebrouwen konden worden, werd het eenvoudig om bier van constante kwaliteit te brouwen. Daarnaast kon de mout veel beheerster worden gedroogd, waardoor deze licht van kleur bleef. Vandaar de licht- tot goudgele kleur van pils. Door het goed controleerbare brouwproces ontstond een bier met geringe smaakafwijkingen, dat gemakkelijk wegdronk. Een belangrijke factor in het succes van pils was de industrialisering van de glasproductie, waardoor drinkglazen voor een groter publiek betaalbaar werden. De heldere pils werd door veel mensen aantrekkelijker gevonden dan de troebele bieren die men kort daarvoor nog uit ondoorzichtige bekers dronk. De populariteit van pils nam enorm toe; bovengistende bieren werden beetje bij beetje van de markt verdrongen.
==Varianten==
Brouwerij [[Alfa]] noemt haar pilsener [http://www.bieretiketten.nl/cms/?index.php&page=Etikettenoverzicht&paginanr=alfa-----------002-00 Edel-Pils]. Ook [http://www.bieretiketten.nl/cms/?index.php&page=Etikettenoverzicht&paginanr=brand----------004-00 Brand] en [http://www.bieretiketten.nl/cms/?index.php&page=Etikettenoverzicht&paginanr=dommelsch------008-00 Hertog Jan] gebruiken deze aanduiding. Het gaat hierbij echter niet om een apart biertype. Hetzelfde geldt voor het Brand UP (Urtyp Pilsener), het Amstel 1870, Gulpener Ur-Pilsner en het Emelisse Oerpils.


Het eerste succesvolle pils werd in 1842 gebrouwen en bestaat nog steeds: Pilsner Urquell. De pilsbrouwerijen waren echter afhankelijk van grotten en groeven voor de koeling, zodat het pils niet overal kon worden gebrouwen. In de jaren 70 van de 19e eeuw kwamen koelmachines ter beschikking, zodat het pils ook elders kon worden gebrouwen. De aanwezigheid van koelinstallaties maakte dat een brouwerij sindsdien ook wel als ijsfabriek fungeerde.
Uit eerdergenoemde omschrijving uit de Warenwet blijkt al dat pilsner niet per se ondergistend hoeft te zijn. Een voorbeeld hiervan is het  Cuvée Volrijp Pilsener dat [[Brand]] korte tijd in de jaren 2000 heeft uitgebracht. Ook het alcoholgehalte is niet wettelijk beschreven. Verreweg de meeste pilseners bevatten 5 volumeprocent alcohol. [[Oranjeboom]] had in de jaren 1950 en 1960 een Super Pils met 61/2 procent alcohol, net als het [http://www.bieretiketten.nl/cms/?index.php&page=Etikettenoverzicht&paginanr=hengelo--------004-00 Hengelo's Edel-Pils].


Pils in België en Nederland[bewerken]


In Nederland en België is pils het meest gedronken bier. In Nederland bestond in 2004 nog geen 20% van de bierconsumptie uit andere biersoorten, in België ligt dit percentage hoger, rond de 30%.[Bron?] In beide landen verliest de consumptie van pilsener al jarenlang terrein ten voordele van speciaalbieren van hoge gisting. In het verleden was dat juist omgekeerd: in de 19e eeuw werd er in de Lage Landen bijna uitsluitend bier van hoge gisting gedronken, tot het moderne pils de markt veroverde.
<gallery>
bestand: BarbEdel.jpg| Barbarossa gebruikte ook de naam Edel Pils.
bestand: 13210.jpg| Hooggistend pilsener van Brand.
bestand: 41859.jpg| Verwijzing naar de oorsprong van het pils door brouwerij 't IJ.
bestand: 24864.jpg| Oranjeboom Super Pils met 61/2 % alcohol.
</gallery>
 


In België wordt een glas pilsbier ook wel een pintje genoemd. Belgische pilsglazen zijn het traditionele Belgische geribbelde pintglas, het fluitje of het prinske. In Nederland wordt pils vooral uit fluitjes en vaasjes ("amsterdammertjes") gedronken. In Duitsland en Tsjechië wordt pilsbier vaak in hoge slanke voetglazen geserveerd met een inhoud van 0,5 liter.


[[categorie: Biersoort]]
[[categorie: Biersoort]]

Huidige versie van 23 dec 2015 om 11:21

De Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij heeft waarschijnlijk het eerste Nederlandse pilsener gebrouwen

Pilsener, ook wel pilsner of kortweg pils, is vernoemd naar het Tsjechische plaatsje Plzeň waar het voor het eerst werd gebrouwen door Josef Groll. Het eerste succesvolle pils werd in 1842 gebrouwen en bestaat nog steeds, namelijk het Pilsner Urquell. Pilsener wordt gebrouwen uit mout, water, hop en gist. Soms worden suiker en ongemoute granen, zoals maïs of gerst, toegevoegd. De Warenwet stelt dat: "De aanduiding pils of iedere andere aanduiding waarvan het woord pils een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor lichtgekleurde bieren met een extractgehalte van de stamwort van 11 tot 13,5%".

Pilsener is een ondergistend bier, dat wil zeggen dat de vergisting onder lage temperaturen (5-10 graden Celsius) plaatsvindt. Hierdoor zakt de gist naar de bodem. Deze brouwtechniek kon pas goed gecontroleerd worden uitgevoerd na de uitvinding van de koelmachine halverwege de 19e eeuw. Bovendien kon de mout veel beheerster worden gedroogd, waardoor deze licht van kleur bleef. Vandaar de licht- tot goudgele kleur van pils. Dankzij deze ontwikkelingen werd het ook voor de Nederlandse brouwerijen mogelijk om het populaire pilsener te brouwen. Rond 1870 begon de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij als eerste met de verkoop van in Nederland gebrouwen Beijersche (ondergistende) bieren. Veel van de huidige pilsbrouwerijen zoals Heineken, Grolsch (De Klok), Alfa en Lindeboom zijn rond deze periode ontstaan. Overigens speelde ook de fiscus een rol in deze ontwikkeling. Vanaf 1867 konden brouwers ervoor kiezen om de bieraccijns niet alleen meer te laten afhangen van de inhoud van hun roerkuip, maar ook van de hoeveelheid moutmeel per brouwsel. Het pilsener bevatte meer moutmeel dan de tot dan toe gebruikelijke bieren. De accijnsverandering was dus een stimulans om meer "zwaar bier" te brouwen.

Heineken Pilsener is wereldwijd het meest gedronken Nederlandse pilsener

Varianten

Brouwerij Alfa noemt haar pilsener Edel-Pils. Ook Brand en Hertog Jan gebruiken deze aanduiding. Het gaat hierbij echter niet om een apart biertype. Hetzelfde geldt voor het Brand UP (Urtyp Pilsener), het Amstel 1870, Gulpener Ur-Pilsner en het Emelisse Oerpils.

Uit eerdergenoemde omschrijving uit de Warenwet blijkt al dat pilsner niet per se ondergistend hoeft te zijn. Een voorbeeld hiervan is het Cuvée Volrijp Pilsener dat Brand korte tijd in de jaren 2000 heeft uitgebracht. Ook het alcoholgehalte is niet wettelijk beschreven. Verreweg de meeste pilseners bevatten 5 volumeprocent alcohol. Oranjeboom had in de jaren 1950 en 1960 een Super Pils met 61/2 procent alcohol, net als het Hengelo's Edel-Pils.